Website blokkeringsbevelen in Europa

In 2012 heeft HOYNG ROKH MONEGIER namens een aantal filmstudio’s (vertegenwoordigd door anti-piraterijorganisatie BREIN) het eerste bevel tot het blokkeren van een website in Nederland verkregen. In hoger beroep werd het bevel opgeschort wegens een onjuiste toepassing van de wet door het gerechtshof. Tegen de beslissing van het hof met succes cassatie ingesteld bij de Hoge Raad en vervolgens bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. In januari 2018 behaalde HOYNG ROKH MONEGIER opnieuw een belangrijke overwinning voor dezelfde filmstudio’s, ditmaal gecoördineerd door de Motion Picture Association (MPA): de eerste website blokkade in Spanje voor de filmindustrie. Tegen de Spaanse beslissing werd geen beroep aangetekend en deze is dus definitief geworden.

De zogeheten “blocking injunctions” voor websites zijn gericht tegen internet service providers (ISP’s), in hun hoedanigheid van tussenpersonen die vereist zijn om de inbreuk te laten plaatsvinden. Dit soort acties, waarvoor de aansprakelijkheid van een ISP niet vereist is, zijn bedoeld om de ISP te dwingen de toegang tot illegale bronnen van auteursrechtelijk beschermd materiaal te laten blokkeren.

Site-blocking injunctions zijn een handig en efficiënt middel om de moeilijkheden te vermijden die gepaard gaan met procedures tegen de directe inbreukmakers (d.w.z. de eigenaren of beheerders van websites die illegale inhoud aan gebruikers ter beschikking stellen), die meestal gevestigd zijn op onbekende locaties of op plaatsen waar het nemen van gerechtelijke stappen moeilijk is.

Blokkeringsbevelen voor websites zijn gebaseerd op artikel 8, lid 3, van Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (INFOSOC-richtlijn) en artikel 11 van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Handhavingsrichtlijn). Beide richtlijnen zijn door de EU-lidstaten naar behoren omgezet in de nationale rechtsstelsels.

Blokkeringsbevelen voor websites zijn steeds populairder geworden na het arrest van het Hof van Justitie van de EU in de zaak UPC/Telekabel Wien van 27 maart 2014 (C-314/12), waarin wordt verduidelijkt dat “de internetprovider noodzakelijkerwijs betrokken is bij elke doorgifte op internet van een inbreuk tussen een van zijn klanten en een derde” en wordt geconcludeerd dat ” een internetprovider  [ … ] die zijn klanten toegang verschaft tot door een derde op internet voor het publiek beschikbaar gestelde beschermde werken – kan worden aangemerkt als een tussenpersoon wiens diensten worden gebruikt om inbreuk te maken op een auteursrecht of naburige rechten in de zin van artikel 8, lid 3, van richtlijn 2001/29. ”

De beslissingen die wij namens BREIN en de MPA hebben verkregen, zijn baanbrekend: de nationale rechtbanken hebben de geldigheid van een site-blocking injunctions tegen ISP’s in Nederland en Spanje bevestigd. De belangrijkste Nederlandse en Spaanse ISP’s (die het grootste deel van het marktaandeel voor internettoegang in hun respectieve landen hebben) blokkeren momenteel verschillende “piraten” websites waarvan is vastgesteld dat daarmee massaal auteursrechtinbreuk is gepleegd.